Michiel is partner en een van de initiatiefnemers van Zenzo.
“In de basis is mijn rol dezelfde als die van andere conceptontwikkelaars. Ik zet graag een stip aan de horizon en denk mee over hoe we daar komen. Maar het meest houd ik me bezig met het ontwikkelen van mooie concepten.”
Als kind wilde hij het melkveehoudersbedrijf van zijn ouders overnemen. “Ik vond het een prachtig bedrijf, maar realiseerde me op een zeker moment dat het ook een eenzaam bestaan was. Dat werd het uiteindelijk dus niet, maar de drive om te ondernemen bleef.”
Na zijn studie kwam hij bij toeval in aanraking met vastgoedontwikkeling. “Ik was geïnteresseerd in de keten van dit proces en raakte betrokken bij de ontwikkeling van schoolgebouwen. Dat vond ik vooral interessant omdat dit in samenwerking met de eindgebruikers gebeurde. Leerkrachten dus, maar ook buurt en gemeente. Daarbuiten zag ik een vastgoedsector die vrijwel uitsluitend om techniek en geld draaide. De mens kwam altijd achteraan.”
“Wij zetten de mens op de eerste plek.”
Dat triggerde Michiel en werd zijn focus – 15 jaar geleden nog tegen de stroom in. “We vonden dat de mens op de eerste plek zou moeten komen en namen daar ook zorg in mee. Het verschil tussen de vrijheid die je als gezond mens hebt om te wonen waar je wilt en die van mensen met een zorgvraag; dat moest anders kunnen. Sociale cohesie was in die tijd een nieuwe term.”
De sector is inmiddels veranderd, de wereld ook. “De corona pandemie heeft daar een rol in gespeeld. Als je afhankelijk bent van zorg is je wereld klein, dat gold in corona tijd voor iedereen. Dat heeft iets gedaan met de manier waarop er naar wonen en zorg gekeken wordt. Bovendien wonen we allemaal langer thuis en is de druk op de zorg enorm. Ook dat maakt een goede en toekomstbestendige woonplekken steeds belangrijker.”
Michiel kent de markt van binnen en buiten en volgt die op de voet. Trots is hij op het ondernemerschap van zijn collega’s. “Die is echt uniek, we werken me zoveel energie en betrokkenheid aan onze projecten. Er zijn er heel veel waar ik trots op ben; Hart van Vathorst bijvoorbeeld– nog altijd een voorbeeld in de sector. Maar ik merk dat uiteindelijk de mensen rond onze projecten me het meest bijblijven. Daar doen we het voor.”