De zorg van morgen

Minder leunen op professionele zorgverlening en meer zelf verantwoordelijkheid nemen.

In Nederland wonen steeds meer oudere mensen door demografische ontwikkelingen. Onder hen stijgt bovendien het aantal 80- en 90-jarigen. Door deze verschuivingen zijn er steeds meer ouderen die zorg nodig hebben. Op de arbeidsmarkt zien we tegelijkertijd dat het vinden van voldoende zorgmedewerkers een enorme uitdaging is. De aanwas van zorgmedewerkers blijft achter bij de behoefte. Willen we de zorg in de huidige vorm voortzetten, dan zal van de beroepsbevolking 1 op de 4 Nederlanders in 2040 moeten gaan werken in de zorg. Dat is niet realistisch. De zorg van morgen zullen we dus anders moeten gaan organiseren. De vraag is hoe. John Bos, bestuurder bij Woonzorg Flevoland en Michiel Wijnen, partner bij Zenzo Maatschappelijk Vastgoed delen, ieder vanuit hun eigen werkveld, hun visie op de zorg van morgen.

We moeten ons verzorgingssysteem grondig opschudden

John: “In Nederland zijn we gewend geraakt aan een prachtig verzorgingssysteem. Heel veel dingen waar we zorg of hulp bij nodig hebben, vullen we in met professionele zorg. Gelet op de toenemende vraag naar zorg en de beschikbare mensen en middelen ontkomen we er niet aan om daarin te gaan herschikken. Dat is een maatschappelijk opgave, niet alleen een opgave voor de zorgorganisaties. Eenvoudig is het niet. Naast ons werk zijn we druk met allerlei andere dingen. We leven in een maatschappij die individualistisch georiënteerd is en vaak zijn we dat zelf ook. Daarin is het niet meer vanzelfsprekend dat er ruimte is om aandacht aan elkaar te besteden en er voor een ander te zijn als die hulp of ondersteuning nodig heeft. Ooit was die ruimte er wel. Die kwam vanuit de religie of vanuit een andere betrokken hoek, maar heel veel daarvan hebben wij vertaald naar professionele zorg. Daarmee hebben we het ons ook aangeleerd om de vraag om zorg of hulp bij anderen neer te leggen en niet zelf daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. En volgens mij is dat wel waar we weer naartoe moeten.”

Als zorgorganisaties moeten we meer ruimte geven aan familie en het sociale netwerk om te participeren in de zorg voor hun naaste of ‘oude buurman’.

John Bos, Woonzorg Flevoland

De zorg ontzorgt is een achterhaald idee

John: “In de thuiszorg hebben we dat inmiddels opgepakt. Wat we zien, is dat het hier al redelijk lukt en dat familie, buren, vrienden en bekenden regelmatig bijspringen. Zij zien van dichtbij hoe ingewikkeld en druk de thuiszorg het heeft. Bijspringen gebeurt daardoor makkelijker en vanzelfsprekender. Maar dan komt er een onvermijdelijk moment dat iemand echt niet meer thuis kan blijven wonen. Partners die mantelzorg doen vallen weg, de zorgvraag wordt zwaarder of er gebeuren andere dingen waardoor zelfstandig wonen niet meer gaat. Dan kom je in een verpleeghuis en dan heerst toch nog te veel het beeld ‘de zorg ontzorgt’. Dat is een verwachting vanuit de maatschappij en als zorgorganisaties stralen we zelf ook dat beeld uit. Maar er is een kentering gaande. Veel zorgorganisaties hebben stappen gezet om het anders te gaan doen. En we doen het ook echt beter dan een paar jaar geleden. Maar we zijn er nog lang niet.”

Samenwerking en de rollen verdelen

John: ”Nog steeds ontnemen wij zelf als zorginstellingen mensen te veel de mogelijkheid om te participeren. We zijn daarin niet uitnodigend genoeg. Tegelijk vinden mensen het ook gek als we het vragen. Als zorgorganisaties moeten we meer ruimte geven aan familie en het sociale netwerk om te participeren in de zorg voor hun naaste of ‘oude buurman’. Voor het welbevinden van mensen die verhuizen naar een woonzorglocatie is dit belangrijk en voor familie ook heel waardevol. De uitdaging is om te bereiken dat de stap naar het verpleeghuis later genomen kan worden. Veel mensen willen graag zo lang mogelijk thuis in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Eenzaamheid is vaak een achterliggende reden van een ‘zorgvraag’. Samenwerking met welzijnsorganisaties met het oog op het welzijn van mensen is nodig en helpt om zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Als samenleving moeten we meer naar elkaar omkijken. Hoe gewend zijn wij het nog om onze buren een beetje in de gaten te houden? Niet even met de ogen, maar echt met de vraag ‘kan ik wat voor je betekenen?’. Om het leven zo lang mogelijk zelfstandig vol te houden zijn samenwerking en een andere houding nodig. En dat gaat niet alleen over ouderen. Maar bijvoorbeeld ook over GGZ-cliënten of eenzame jongeren. We kunnen niet alles van ons af blijven organiseren richting de professionele zorg. We moeten het weer gewoon gaan vinden om zorg en aandacht aan elkaar te bieden en aan elkaar te durven vragen.”

Zenzo gelooft heel erg in de kracht van toevallige ontmoeting. We stimuleren dat door het creëren van leefomgevingen waarin op een natuurlijke manier sociale interactie ontstaat. Zo creëren wij omgevingen waar jongeren en ouderen, werkenden en niet-werkenden, mensen met en zonder zorgvraag elkaar zien. En als je elkaar ziet, dan ga je elkaar vanzelf ook helpen.

Michiel Wijnen, Zenzo maatschappelijk vastgoed

Toevallige ontmoeting stimuleert tot helpen

Michiel: “Meer oog hebben voor de mensen om je heen en samenwerken met anderen gaat natuurlijk een stuk makkelijker als je hetzelfde gebouw of dezelfde woonomgeving deelt. Vaak kan er veel meer dan wij denken. Zenzo gelooft heel erg in de kracht van toevallige ontmoeting. We stimuleren dat door het creëren van leefomgevingen waarin op een natuurlijke manier sociale interactie ontstaat. Waarin ontmoeting als heel logisch en toevallig aanvoelt. Bijvoorbeeld door in één gebouw jong en oud door elkaar te laten wonen, gecombineerd met andere functies zoals zorg, onderwijs, horeca of sport. Wij faciliteren daar op een gerichte manier toevallige, spontane ontmoetingen. Bijvoorbeeld door gebruikers via dezelfde hoofdingang te laten binnenkomen. Of door het inrichten van gemeenschappelijke ruimtes zoals een binnentuin. Zo creëren wij omgevingen waar jongeren en ouderen, werkenden en niet-werkenden, mensen met en zonder zorgvraag elkaar zien. En als je elkaar ziet, dan ga je elkaar vanzelf ook helpen. Dat begint vaak bij alledaagse en vluchtige ontmoetingen. Die zijn de bron voor het ontstaan van langdurige contacten waarbij elkaar helpen en een oogje in het zeil houden vanzelfsprekend is. Daarmee voorkom je dat mensen eerder dan nodig is een beroep op de professionele zorg moeten doen.”

Het gesprek over de zorg van morgen moeten we overal voeren

John: “We hebben echt zendingswerk te doen. Het gesprek over de zorg van morgen zullen we overal moeten voeren om het thema zo breed mogelijk op de agenda te krijgen. Het is een verantwoordelijkheid van de hele maatschappij en van iedere inwoner van Nederland. We moeten groeien naar een nieuw evenwicht. Daarin zal de zorgprofessional op de eerste plaats ingezet worden op specifieke zorgtaken. De invulling van het stuk welzijn wordt in toenemende mate een taak waarvoor een beroep op mantelzorgers, familie, buren, bekenden, vrienden en ook op (welzijns)voorzieningen in de wijk noodzakelijk is.
Michiel: “Te veel mensen zijn zich nu nog onvoldoende bewust van de vragen waarvoor we staan. Ze leven met het oude idee dat de zorg het wel overneemt. Zendingswerk is inderdaad nodig om dat idee om te buigen. Wat daarbij in mijn visie zeker kan helpen is nog meer maatschappelijke en beleidsmatige aandacht voor inclusieve woonomgevingen waarin wonen, welzijn en zorg samenkomen en waarin verbinden, ontmoeten en ondersteunen tot leven worden gebracht.”

Meer weten?

Zenzo Maatschappelijk Vastgoed is gespecialiseerd in het ontwikkelen van gebouwen en woonomgevingen waarin mensen op een natuurlijke wijze worden gestimuleerd om contact te leggen en naar elkaar om te kijken. Wij vinden het belangrijk dat iedereen mee kan doen en zich goed kan voelen. Meer weten over onze visie op de zorg van morgen? Neem dan contact met ons op.

Nieuws
Go to Top